1.2 Samenvatting
Ieder jaar stelt de gemeenteraad de Perspectiefnota vast. Dit gebeurt als basis voor de op te stellen begroting en meerjarenraming later dat jaar. De Perspectiefnota is een kaderstellend document en biedt gelegenheid inhoudelijk en financieel meerjarig vooruit te kijken. Daarvoor is het ook nodig externe ontwikkelingen te monitoren en deze op waarde te schatten voor Almelo. Zo besteedt de Perspectiefnota 2019 aandacht aan recente ontwikkelingen en monitoring in het sociaal domein, aan de Trendcurve 2019, aan de recente uitgevoerde burgerpeiling Almelo, maar ook aan beleidsonderzoek en de ontwikkeling van en hoogte van de lokale lasten in vergelijking tot anderen. Met dit rijk geschakeerde materiaal kan richting worden gegeven en kunnen kaderstellende afwegingen worden gemaakt voor lokaal beleid.
Naast externe zijn er diverse interne ontwikkelingen. We lichten er drie uit. In de eerste plaats is in deze Perspectiefnota een prominente plek ingeruimd voor de programmaplannen. Deze leggen de koers voor de komende jaren vast, leggen een claim op de beschikbare middelen en worden gerealiseerd met diverse inspanningen. Er zijn plannen voor het verbeteren van de binnenstad, verduurzaming van onze stad, het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid en bevorderen van de zelfredzaamheid van onze inwoners, het vergroten van de veiligheid voor onze inwoners, het stimuleren van participatie en de bedrijvigheid, het verbeteren van de leefomgeving in het Nieuwstraatkwartier en het samen werken aan een prettige, veilige en gezonde leefomgeving via de integrale aanpak van de Omgevingswet.
In het voorjaar van 2019 is de uitwerking van de programmaplannen via politieke beraden met de raad besproken. Beeldvorming en beoordeling was het doel. Via deze Perspectiefnota vindt besluitvorming plaats.
In de tweede plaats wordt tegelijk met de Perspectiefnota ook een nota kapitaalgoederen aan de raad aangeboden. De nota kapitaalgoederen biedt inzicht en grip op het beheer van de kapitaalgoederen. De nota geeft ook inzicht in de financiële middelen die nodig zijn om de kapitaalgoederen op het door de raad vastgestelde of wettelijk verplichte kwaliteitsniveau te houden. Er wordt inzicht gegeven in de verwachte uitgaven voor de eerste jaren (2019 – 2023) en er is een doorkijk naar de langere termijn. De nota spiegelt de benodigde middelen aan de beschikbare middelen. De nota kapitaalgoederen kijkt over een aantal jaren. De daadwerkelijke uitgaven per jaar kunnen afwijken van de geraamde kosten, omdat de uitvoering altijd wordt afgestemd met andere taakvelden, programmasturing en wijksturing.
In de derde plaats is een maatregelenplan 2 voor Wmo en Jeugd opgesteld dat samen met het maatregelenplan 2019 ervoor moet zorgen dat uitgaven in het sociaal domein naar beneden worden omgebogen en tegelijkertijd voldoende kwaliteit in de zorg blijft bieden. We zien ook dat de gewenste ombuiging extra urgent is door oplopende tekorten in het sociaal domein als gevolg van prijs- en volume-effecten. Een problematiek waar het overgrote deel van de gemeenten in Nederland mee te maken heeft en waarvoor Den Haag met een oplossing moet komen. Onderzoek, monitoring, lobby en noodsignalen van zowel individuele gemeenten, de brancheorganisaties en de VNG als koepelorganisatie zijn luid en duidelijk over gekomen. Via de Voorjaarsnota van het Rijk en de vertaling daarvan in de meicirculaire 2019 moet duidelijk worden welke financiële compensatie gemeenten krijgen.
Uiteraard presenteren we een financieel meerjarenperspectief. We constateren dat de financiële opgave nog steeds groot is, maar dat er ook een wenkend perspectief is. We doen wat is afgesproken (herstelplan 2016) en waar nodig zijn maatregelenplannen ontwikkeld voor de noodzakelijke ombuigingen in het sociaal domein.
Dit financieel perspectief is globaal, maar wel richtinggevend. We constateren dat sinds de decentralisaties in het sociaal domein, en de daarbij behorende open einderegelingen, de schommelingen in het perspectief toenemen. Dit uit zich door toenemende, negatieve structurele effecten vanuit de jaarverantwoording alsook de voorjaarsrapportage. Bovendien is de omvang van de gemeentelijke begroting de afgelopen jaren gestegen en is deze afhankelijker geworden van de ontwikkelingen van het gemeentefonds. Doordat de meicirculaire van het gemeentefonds door de publicatiedatum niet kan worden meegenomen in deze Perspectiefnota, is het gepresenteerde meerjarenperspectief onzeker en nog niet volledig.
Dit betekent ook dat we bij deze Perspectiefnota nog geen aanvullende concrete bezuinigingsmaatregelen voorstellen om het negatieve perspectief in 2020 en 2021 te dempen, mede gelet op het voorziene voordeel vanaf 2022.
Het college neemt zich uiteraard voor een sluitende begroting 2020 te presenteren. De effecten van de meicirculaire 2019 zullen goed in kaart worden gebracht. Mochten ombuigingen nodig zijn dan heeft het college de volgende zoekrichtingen voor ogen:
- De verleende subsidies in het sociaal domein op basis van een onderzoek naar de inzet en resultaten daarvan;
- Maatregelenplan 3 voor het sociaal domein;
- Sturen op de kwaliteit en onderhoudsniveaus van het beheer van de openbare ruimte.