Voor de onderdelen Wmo en Jeugd in het sociaal domein zijn veel gegevens voorhanden. Dit is nodig voor het inzicht (monitoring), doorzicht (opstellen van financiële prognoses) en uitzicht (aangrijpingspunten voor beleid waardoor zorg efficiënt en effectief wordt verleend en dat zorguitgaven worden beheerst). In paragraaf 1.3.2 Financieel meerjarig perspectief hebben we kort het financiële beeld gepresenteerd van Wmo en Jeugd. In deze paragraaf gaan we hier nader op in.

Wmo huishoudelijke ondersteuning
Na een daling van het aantal cliënten met huishoudelijke ondersteuning in 2016 en 2017 zien we vanaf 2018 een stijging. Begin 2018 hadden ongeveer 2.100 cliënten huishoudelijke ondersteuning, maar dat is gestegen naar ongeveer 2.300 eind eerste kwartaal 2019. De verklaring is drieledig: In de eerste plaats is er sprake van autonome groei door de vergrijzing van de bevolking. Daarnaast zijn eind 2017 de dienstencheques afgeschaft, waardoor een aantal cliënten weer terugkomen naar de Wmo. Ten slotte is het zeer waarschijnlijk dat de invoering van het abonnementstarief op 1 januari 2019 heeft geleid tot een stijging van het aantal cliënten. Wanneer de trend zich doorzet zal het aantal cliënten gestaag doorgroeien tot ongeveer 2.500 eind 2019.

De uitgaven in 2019 stijgen nog sterker dan de groei van het aantal cliënten door enerzijds fors hogere tarieven en anderzijds door lagere eigen bijdragen vanwege het abonnementstarief.

Bron: gemeentelijke administratie t/m 01-05-2019

Wmo nieuw
Het aantal cliënten met een Wmo nieuw indicatie schommelt vanaf 2017 tussen 1.640 tot 1.760 cliënten en is daarmee redelijk constant. In 2019 verwachten wij dat het aantal cliënten licht zal dalen door het inrichten van de algemene voorziening dagstructurering voor alle inwoners die daar behoefte aan hebben. Deze algemene voorzieningen voor welzijnsactiviteiten draagt bij aan de zelfredzaamheid van onze inwoners.

Bron: gemeentelijke administratie t/m 01-05-2019

Jeugd
In 2018 is het aantal clienten met Jeugdzorg met bijna 20 procent gestegen, van 1.440 in januari 2018 tot 1.700 eind 2018. Een belangrijke verklaring daarvoor was het inlopen van de wachtlijsten. De achterstand is begin 2018 met extra inzet grotendeels weggewerkt, maar het gevolg daarvan is dat het aantal cliënten met een indicatie fors steeg.
Vanaf januari 2019 zien wij een opvallende daling naar gemiddeld 1.370 cliënten in de eerste maanden van 2019. De verklaring voor deze trendbreuk is dat ultimo 2018 alle lopende indicaties bij de jeugd ggz zijn gesloten vanwege de nieuwe inkoop. De aanbieders zijn verzocht om voor alle lopende zorgtrajecten een nieuwe indicatie aan te vragen. Dit heeft bij aanbieders ertoe geleid dat lopende indicaties waarvoor feitelijk geen zorg wordt verleend werden gesloten en niet opnieuw aangevraagd. Wat de financiële gevolgen zijn van deze 'opschoonactie' bij de zorgaanbieders zal nauwgezet door ons worden gemonitord.
Daarnaast verwachten wij dat andere maatregelen zoals de praktijkondersteuner bij de huisarts, de invoering van nieuwe verordening  Jeugdwet 2019, het uitbreiden van de kinder- en pubercoach en jeugdhulp in het onderwijs, zullen leiden tot een besparing. Hoe groot de besparing exact zal worden is vooraf moeilijk te bepalen. Daarom monitoren we maandelijks de uitgaven.

Bron: gemeentelijke administratie t/m 01-05-2019